De maatregel eindigt, als de persoon om wie het gaat weer zelf de belangen kan behartigen. In zo’n geval moet de kantonrechter de ondercuratelestelling, de onderbewindstelling of het mentor- schap wél eerst opheffen. De rechter doet dit als de redenen voor de maatregel erniet meer zijn. Bijvoorbeeld:
• Als degene aan wie de maatregel is opgelegd, weer zelf, eventueel met de hulp van anderen, de eigen belangen kan behartigen.
• Als voortzetting van de maatregel niet zinvol is.
• Als de persoon voor wie de maatregel is bedoeld, overlijdt.
• Als de rechter het bewind of het mentorschap voor een bepaalde periode heeft uitgesproken en die periode is voorbij.
Verder eindigt de curatele als die door een onderbewindstel- ling en/of een mentorschap wordt vervangen. Omgekeerd eindigt de onderbewindstelling en/of het mentorschap als die door een ondercuratelestelling wordt vervangen.
Voor de opheffing van de ondercuratelestelling, de onderbewind- stelling of het mentorschap moet een verzoek bij de kantonrech- ter worden gedaan.
De taak van de curator, bewindvoerder of mentor eindigt bij het opheffen van de maatregel. Andere redenen voor de beeïndiging van hun taak zijn het overlijden of het ontslag van de curator, mentor of bewindvoerder.